Het LLO-Collectief, een initiatief van het Nationaal Groeifonds, maakt scholing voor mensen met lage basisvaardigheden en weinig opleidingsachtergrond toegankelijker. Zo hebben ze meer kans om een baan te vinden die bij hen past. In Nederland zijn er ongeveer drie miljoen volwassenen die moeite hebben met de ‘basisvaardigheden’: lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden. Deze mensen hebben vaak meer moeite om mee te doen in de maatschappij, werk te vinden of aan een opleiding te beginnen. Ruim een derde van de volwassenen die de basisvaardigheden niet goed beheersen, werkt niet.
Barrières wegnemen
Uit onderzoek blijkt dat er onder niet-werkende mensen met lage basisvaardigheden en weinig opleidingsachtergrond behoefte is aan scholing en ontwikkeling, maar dat er veel barrières zijn. Die hebben soms te maken met de persoonlijke omstandigheden van mensen, ook sluiten opleidingen onvoldoende aan of zijn werkgevers onvoldoende aangesloten. Het opzetten van een LLO-Collectief in een regio helpt om deze barrières weg te nemen.
Dit gebeurt middels vier bouwstenen:
Deelnemers
Veel volwassenen die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden, schamen zich hiervoor en hebben weinig vertrouwen in de zoveelste cursus of training. De LLO-Collectieven voeren open gesprekken met mogelijke deelnemers aan een traject met als doel om dit vertrouwen terug te winnen en te laten zien hoe het óók kan. Perspectief bieden op werk is belangrijk, focussen op werkbehoud ook. De LLO-Collectieven bieden deelnemers vervolgens doorlopende begeleiding aan, waardoor mensen niet uit beeld verdwijnen. Er is ook aandacht voor persoonlijke zaken die te maken hebben met bijvoorbeeld gezondheid, relaties, huisvesting of financiën. De trajectbegeleider weet de weg in de regio en zorgt voor passende ondersteuning.
Bedrijven
Bedrijven hebben veel vacatures openstaan en mensen met beperkte basisvaardigheden en weinig scholingsachtergrond kunnen een deel van die vacatures vervullen. Binnen de LLO-Collectieven wordt ingezet op het versterken van de ‘leercultuur’: hoogwaardige scholing en begeleiding zowel binnen een bedrijf als extern. ‘Sectorale ontwikkelpaden’ (routes hoe werknemers zich stapsgewijs, via verschillende functies, kunnen ontwikkelen tot een volledig gekwalificeerde beroepskracht) helpen daarbij. Verder is cruciaal: goed zicht op de beschikbare vacatures én op de groeimogelijkheden van mogelijke deelnemers.
Trajecten
De LLO-Collectieven kiezen voor een aanpak waarin gewerkt wordt aan de verbetering van de basisvaardigheden én de vakvaardigheden. De scholingstrajecten worden aangeboden in kleine, overzichtelijke modules. Stap voor stap helpen deze modules de kansen op werk en werkbehoud te verbeteren. De ‘maatschappelijke participatie’ van mensen wordt verstevigd. De LLO-Collectieven gebruiken het instrument van ‘praktijkleren met de praktijkverklaring’, waarbij tijdens het werk vastgesteld kan worden welke werkprocessen iemand beheerst. Meer informatie daarover is te vinden via deze link.
Governance
Gemeenten, bedrijven, scholen en ondersteuningsorganisaties kiezen samen een aanpak en nemen gezamenlijk de verantwoordelijkheid. Voorheen werd er nog te vaak langs elkaar heen gewerkt, waardoor mensen met beperkte basisvaardigheden en weinig scholingsachtergrond tussen de wal en het schip vielen. In de nieuwe regionale werkcentra gaan gemeenten, het UWV, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), sociale partners en onderwijspartners aan de slag om hulp en advies te bieden aan werkenden, werkzoekenden en werkgevers. Deze structuur kan helpen de positie van mensen met beperkte basisvaardigheden en weinig scholingsachtergrond te verbeteren.
Onze deelnemers
- Daaronder verstaan we mensen die beperkte scholing hebben genoten en mensen die moeite hebben met de basisvaardigheden lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden.
- ‘NT1’ers’, mensen met het Nederlands als moedertaal, vormen de grootste doelgroep, maar zijn zeer moeilijk te bereiken. De schaamte is vaak groot, mensen zijn gewend hun moeite met basisvaardigheden te verhullen en zo toch tot op zeker niveau te kunnen functioneren, privé en in hun werk.
- Onder de zogenoemde ‘NT2’ers’, mensen met het Nederlands als tweede taal, speelt een ander vraagstuk. Zij zijn meestal al langere tijd in Nederland en hebben in het land van herkomst soms weinig onderwijs genoten. Ondanks dat voor hen taaltrainingen zijn ontwikkeld, kan extra aandacht voor vakvaardigheden ook hen helpen om duurzaam aan het werk te komen en te blijven.
- Wie een baan heeft, doet meestal laaggeschoold of ongeschoold werk. De kans dat zij die baan verliezen is vaak groot. Samen met de deelnemer en de werkgever zet het LLO-Collectief zich ervoor in om baanverlies te voorkomen en verdere loopbaanontwikkeling te stimuleren.
- Wie werk zoekt heeft vaak te maken met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Voor deze mensen is ‘werkfitheid’ belangrijk: zorgen dat iemand het werk mentaal en fysiek aankan en werken aan persoonlijke effectiviteit en sociale vaardigheden. Werkgevers moeten goed geïnformeerd en ondersteund worden, zodat de drempel om deze doelgroep aan te nemen laag blijft.
Pilots
In Twente en Zuidoost Brabant is ervaring opgedaan met de LLO-Collectieven. In pilots zijn mensen met beperkte basisvaardigheden en weinig scholingsachtergrond enthousiast gemaakt en geholpen bij het vinden van de juiste scholing en werk. In beide regio’s was al sprake van een sterke regionale samenwerking tussen bedrijven, gemeenten, ondersteuningsorganisaties en scholen; daardoor konden ze een vliegende start maken.
In 1 jaar hebben de twee regio’s samen 244 deelnemers geholpen bij het verbeteren van hun vakvaardigheden en basisvaardigheden. Met 65 bedrijven zijn afspraken gemaakt over het in dienst nemen en in dienst houden van deze groep deelnemers. Dankzij intensieve begeleiding slagen de LLO-Collectieven in beide regio’s er steeds beter in om de doelgroep in beeld te krijgen, te enthousiasmeren en te begeleiden richting scholing en werk.